GELUKKIG IN HET SPEL,
78
hebben geen magt om mij van gedagten ontrent u te
doen veranderen soo dat ik altoos sal sijn en blijven
Maantje lief Uwe getrouwe en liefhebbende
H. C. v. Assendelft
den 6 April
Ps. de groetenis aan u ouders adieu maan lief maakt
tog dat ik van avond of morge ogtent antwoord heb.
Op 10 april werd het isolement nog strenger. Elisabeth
Petronella, de oudste zuster van Helena, schreef haastig
een bericht, vermoedelijk aan Elfring:
Mijnheer
Soo aanstonds sijn mijnh. Westerhof en van Hedel hier
gekomen en hebben mij af laate roepen en geordonneert
niet weer boven bij mijn Zuster te mooge gaan en heb
ben haar vervolgens op de kamer gesloten, soo dat sij
nu geen gelegentheyd sal hebben om het een of ander
te konne melden, hebbe gedagt u Ed hier van te moeten
verwittigen, blijve u Dienstwillige dienaresse
E. P. v. Assendelft
den 10 april
versoeck wel excuus dat ik dit op sulk slegt papier ge-
schreve heb maar kan geen ander krijge
Elfring, door Helena zo duchtig aangevuurd, wendde
zich tot de Staten van Holland met verzoek in het juris-
dictiegeschil tussen beide te komen. En met succes! Op
29 juli beslisten de Staten ten gunste van de Magistraat
van den Haag 2)
Ambtelijke molens malen langzaam! Eerst op 25 april
1758 deed de Magistraat uitspraak: de ondertrouw werd
toegestaan3). Maar mevr, van Assendelft, even koppig
2) Mr. de van der Schueren, o.c.» blz. 122.
3) O.A. 14, R.A. 243.