DE VOORMALIGE BUITENPLAATS ENDELDIJK
86
28-3-1783, dus 79 jaar oud. In zijn jeugd richtte hij met
5 kunstgenoten te Rotterdam het genootschap Natura et
Arte op. Ook was hij lid van de Maatschappij der Ne-
derlandsche Letterkunde te Leiden. Hij woonde sedert
zijn huwelijk (1729) met Sara Bosch (17071777) uit
Amsterdam, op de Schiedamsedijk, hield rijtuig met twee
paarden, had drie dienstboden en vertoefde ’s zomers op
zijn buitengoed Endeldijk. In de buurt bezat hij niet
minder dan 58 boerderijen.
Zijn album amicorum, waarin o.a. Voltaire een ge
dichtje schreef, is nog in zijn familie behouden. Door zijn
vrouw was hij verwant aan het schildersgeslacht van
Nijmegen. Zijn neef Dionijs van Nijmegen schilderde in
1733 Willem van der Pot en zijn vrouw, welke schilde
rijen thans behoren tot de collectie van het museum
Boymans. Ook vervaardigde hij een afbeelding van En
deldijk.
Endeldijk was gelegen op het ,,end” van de Mariën-
dijk, dus daar waar het dorp Honselersdijk nu begint.
In het Caertbouck van Naaldwijk, een waardevol ar
chiefstuk van omstreeks 1620, staan de percelen aange
geven, welke de geslachten Cobmoyer en Van der Pot
aan de Mariëndijk bezaten. De naam van eerstgenoem-
den, moet later op de kaart zijn bijgeschreven, want
omstreeks 1620 hadden deze percelen andere eigenaars,
vermeld in de tekst van het Caertbouck.
Prof. G. Kalff maakt in zijn „Geschiedenis der Ne-
derlandsche Letterkunde”, dl. V. blz. 477 melding van
Willem van der Pot als dichter, zij het dan in niet zeer
waarderende bewoordingen. Hij schrijft:
„Poot stierf in 1733, Van Effen in 1735.
Gedurende de 35 jaren, die dan volgden, is het
ebbe in onze literatuur; op lager peil heeft zij
nooit gestaan. De dichtgenootschappen vieren