89
EN HAAR BEWONERS
afgedrukt
het lijkt een rustig, vriendelijk gelaat, evenwichtig, eerlijk
en beschaafd. Onder het portret is een vers afgedrukt
van B. Huydecoper, gedateerd 1767:
Willem van der Pot.,
Geboren den óen van Louwmaand des jaars 1704.
Der Zanggodinnen Vriend, die ’t nut mengt met het zoet;
Zijn eigen meester op een welgeregeld goed;
Meedeelzaam, vriendelijk, oprecht in zijnen wandel;
Gezegend in zijn zaad; gezegend in zijn handel;
Bij mensen liefgetal, en dankende zijn God:
Aanschouwer, zie dien Man in ’t beeld van Van der Pot.
Het slot is al heel weinig bevredigend, maar het ove
rige is in overeenstemming met het beeld, dat wordt
opgeroepen door het portret dat is vervaardigd door
G. van Nijmegen in 1767. Deze zorgde ook voor een
fraai vignet op het titelblad, waarop men onder meer
behalve een engelenfiguur en de godin der poëzie het
gesmeed ijzeren inrijhek met monumentale palen van de
buitenplaats Endeldijk ontwaart.
Het hofdicht vangt aan met de volgende strophen:
O Nedrig Endeldijk, dat, in den schoonsten oord,
Van ’t welig Westland, ’t geen gantsch Nederland
[bekoort,
kommer,
uw lommer!
lust!
met mijn Celeste, in rust,
Goddelijke Zegen,
In stille eenvoudigheid, bevrijd voor nijd en
Bij 't oud Hondsholredijk, moogt rusten in
O Nedrig Endeldijk! mijn landvermaak en
’k Heb vele zomeren,
In tedere huuwlijksliefde en
Op uwen vruchtbren grond, het aardsche heil verkregen;
Mijn Kinders groeiden hier als 't welig hofplantsoen;
Mijn Dichtnimf, rijk bekranst met klim en jeugdig groen.
Volgde in haar veldliet hier den toon der Nachtegalen; etc.