102 DE VOORMALIGE BUITENPLAATS ENDELDIJK Was, Endeldijk! Gij zaagt u Bij ’t woest 1Endeldijk, bestaande in twee Huizen, Stal ling, twee Kleine Huisjes bij deselve, Plaatsje of Tuin, agttien Fruithoeven, te same omtrent 55 morgen Lands beslaande, en op ijder dezelve een woonhuis; drie Bosschen, te saamen 8 morgen groot (doch waar van een van 3 morgen, om reden dat hetzelve in 1787, bij de plondering on herstelbaar was geruïneerd, is moeten gerooid worden, zijnde de opgaande Ipen Boomen, die in ’t zelve bosch dreven formeerden en in groot aantal waren, voor zeer weinig geld, om dat die zoo zeer mishandeld waren, tot brandhout ver in zijn aantekeningen op dit dichtwerk zegt Van der Pot enkele opmerkelijke dingen die voor de historie van Endeldijk van belang zijn: voor U nog erger lot bespaard; door een drom, van eer en pligt ontaart, en ’t dol geschreeuw, bij ’t ijselijk rasen, [tieren, Verwoesten, en ten prooi dier wreede plonderdieren, Op ’t felst verhit op roof en op baldadigheën, Wier snoode moedwil niet voldaan was, noch te vreên Met uwe schoon-gewrogte en kostbre Schilderijen, De Bedden, Kleedren en het Lijnwaad stuk te snijën Al ’t Huisraad, hoegenaamd, de Beelden, Tuincieraên Op het baldadigst te vergruizen, stuk te slaan, Maar 't nedrig Landhuis, en uw statige Kapelle, Dat heilige gesticht die eerbiedwaarde celle, Met een nog nieuw gebouw, hetgeen daar nevens stond, Gantsch aftebreken en te sloopen tot den grond. Want van dat alles niets te overig gebleven, Die gruwlen, zegt men, dat in dagloon zijn bedreven!

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1955 | | pagina 127