117 ONTZET VAN ANTWERPEN IN 1585 zeker geteld heeft? In dat geval zou ik in Jan van Buijren in de Hoogstraat, die wel geeft, maar met het uitdruk kelijk beding, dat het is „geconsenteert totte vivres”, een geestverwant van hem willen zien. Van de andere niet-gevers zijn degenen die absent zijn, die zeggen elders hun domicilie te hebben en te contribueren, of op de vloot te dienen, voor ons zonder belang. Merkwaardig als teken des tijds is alleen nog de groep van twee klerken en een deurwaarder van de Staten van Brabant, die ten huize van Willem Jacobsz. in de Spuistraat verblijven, en die zeggen ,,een beurse onder henluijden te maecken”. Zij immers leveren, even als de drie klerken van de „provinces uniees”, die wij in wijk D. op het Binnenhof vermeld vinden, een bewijs van de in gang zijnde evacuatie van het bestuursapparaat uit het bedreigde zuiden naar de noordelijke provincies. Thans degenen, wien de zaak der vrijheid zo veel ter harte ging, dat zij daarvoor een meer of minder groot geldelijk offer wilden brengen. Er tekenden 183 personen in voor een bedrag van 5 schellingen of minder per maand, van wie 17 voor een bedrag van minder dan 1 schelling; 318 wilden van 6 tot 10 schellngen geven; 193 een bedrag van 12 tot 20 schellingen of 1 pond; 86 konden een bedrag tussen de 20 en 30 schelling bij dragen; 69 een bedrag tussen de 30 schelling en de 2 pond. Boven de 2 pond, tot 5 pond kwamen 90 inte kenaren; boven de 5 en tot de 10 pond gaven er 58. Hogere bedragen gaven er 12 met 12 pond, 1 met 14 pond, 1 met 15, 1 met 16, 1 met 18-8-0, 3 met 20 pond en voorts telkens 1 met 24, 26, 32, 36, 40 en 50 pond. De intekenaren van 12 pond en hoger zijn allen sup poosten van den Hove of edelen, met uitzondering van Briene de Feytere, die voor 18-8-0 intekent, die welis waar in 1587/88 als lid van de vroedschap voorkomt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1955 | | pagina 142