ONTZET VAN ANTWERPEN IN 1585
119
van der Wyele, de schepen Anthonis van Catz en de
vroedschappen Frederick Fredericxsz. van der Elburg en
Jan van Zuyrendael elk met 6 pond; de schepen Adriaen
Screvelsz. met 5 pond, zijn collega’s Jacob Willemsz.
van Dorp met 4 pond en Mr. Hendrick Michielsz.
Muerbeeck met 3 pond, welk bedrag ook de vroedschap
Andries Joosten Hofflandt betaalt; de schepen Cor
nells Maertsz. Drenckwaert en de secretaris Mathijs
Adriaensz. Benninck met 2 pond; de vroedschappen
Dammas Goudt met 10 gulden (33 schelling en 4 pen
ningen) Joachim Robrechtsz., Jacob Adriaensz. van der
Burch, Lenaert IJsbrantsz. en Jacob Claesz. in Teylingen
met 30 schellingen, Heyman Gillisz. Kiggelaer met 24
schellingen en Aernt van Vollenhoven met 2 gulden
(6 schellingen 8 penningen). De tresorier Louff Mi
chielsz. betaalt 20 schellingen.
Wanneer men aanneemt, zoals de privileges luidden,
dat de magistraat van den Haag gerecruteerd werd uit
de rijkste en notabelste inwoners, dan blijkt hieruit wel
duidelijk, dat de gegoedheid van de eigenlijke burgerij
verre achterstond bij die van de edelen en suppoosten,
en wordt wel duidelijk gedemonstreerd, in hoe grote mate
in deze tijd de economische welvaart van het dorp af
hankelijk was van de groep van adellijke en hoge-ambte-
naarsfamilies, die het regeringsapparaat vormde en
omgaf.
Wijden wij nog even onze aandacht aan de lijst van
beroepen (bijlage III) zoals die in de kohieren vermeld
zijn, dan moeten we allereerst vaststellen, dat deze ons
in genen dele een volledig beeld geeft van de door de
bevolking van den Haag uitgeoefende ambten, ambach
ten en bedrijven. De categorie lakenkopers ontbreekt
bijvoorbeeld ten enen male, hoewel toch onder andere