HET HUIS VAN WASSENAAR-DUIVENVOORDE
4
merendeels de achtererven van huizen aan de Hoge
Nieuwstraat. De zuidzijde van deze straat vormde het
einde van de min of meer gesloten bebouwing natuur
lijk stonden er vele stallen van de huizen aan de Lange
Vijverberg de noordzijde had slechts enkele wonin
gen, vooral bij de hoek van de Kneuterdijk.
Men bedenke, dat ook de Korte Vijverberg en het
Korte Voorhout niet bebouwd waren, het Plein open
terrein was, de Prinsegracht niet gegraven. Met zijn
ongeveer 16.000 inwoners was Den Haag nog een echt
dorp, dat echter snel stadse allures begon aan te nemen.
Aan de Kneuterdijk, waar in 1570 o.a. nog een boom
gaard was, stonden echter reeds lang verscheidene hui
zen. Aan de oostzijde tussen de Hoge Nieuwstraat en
het Voorhout waren er twee aaneensluitende, waarvan
dat op de hoek van de Hoge Nieuwstraat, verreweg het
grootste van de twee, nog een klein achterhuisje had.
In 1458 is Reyntgen, de mandenmaker, eigenaar van
het grootste huis3), dat daarna van Floris van Lissen
en in 1466 van fan Everdy was. In 1512 is Jan Duyst,
vermoedelijk dezelfde, die van 1513 tot 1516 cipier van
de Gevangenpoort was, eigenaar, terwijl in 1561 Mar-
celis Adriaensz. het had en ook het achterhuisje hem
behoorde.
Het meer noordelijk gelegen kleine huis, dat echter
nog een heel stuk van de hoek van het Voorhout af
stond, was in 1458 van Dammas Florisz, goudsmit, in
1466 van Katharyn Dammas „die goutsmitsweduwe
terwijl in 1512 Willem Goudt, de bekende bewoner van
het latere Paleis aan het Noordeinde, het bezat. In 1560
behoorde het echter eveneens aan genoemde Marcelis
8) De gegevens tussen 1458 en 1561 zijn merendeels ontleend aan:
De Hofboeken van 's Gravenhage 14581561, bewerkt door Drs.
N. J. Pabon. Uitg. Die Haghe 1937.