DE HAAGSE KOHIEREN VAN HET 156 ni) 112) Rochus 113) 114) 115) 11T) 118) 110) 110) Otto Gerrijtsz. Houckgeest, vettewarier, vroedschap 1606/07 1608/09, 1612/13—1617/18; schepen 1609/10—1611/12. Henrick Hoffman, vroedschap 1584/851590/91. Trouwde le Baertgen Gerritsdr. 2e Maria Bitter, testeert 3 aug. 1591, als weduwe overleden te Koningsbergen kort voor 1 apr. 1615. (Not. arch. no. 4, fol. 220). Cornelis Maertsz. Drenckwaert, vroedschap 1578/79, 1580/81, 1583/84; schepen 1584/85—1589/90. Henrick Rochusz. Smout, vleeshouwer, zoon van Heynricksz. Smout. (Jrbk die Haghe 1934, p. 72). Adriaen Huygensz., glazenmaker, vroedschap 1588/891589/ 90; schepen 1590/911603/04; burgemeester 1604/05, even eens geëligeerd voor het jaar 1605/06 doch voor de eedsafleg ging overleden. (O.A. no 5, fol. 53). Trouwde le N.N.; 2e ’s-Gravenhage (ondertr. 11 juli 1598) Elisabeth Lenaertsdr. van Beest, dochter van Lenaert Claesz. en N.N. (Not. arch. no. 3, fol. 122). Joachim Robbrechtsz., glazenmaker, vroedschap 1578/79 1585/86. Trouwde Neeltgen Barwoutsdr. overleden vóór 7 juni 1552. (Arch, weesk. no. 122, fol. 169). Aernout Goudt, zoon van Hendrik en Catharina de la Ha- maide, achterneef en erfgenaam van de bekende Willem Goudt, geboren te Doornik, overleden te Utrecht 28 juni 1628. Sedert 1593 hofmeester van Louise de Coligny. 8 dec. 1596 werd hij door koning Hendrik IV van Frankrijk in de adelstand verheven als écuyer. Hij trouwde Anneken Cools, die ver moedelijk een verhouding had gehad met Prins Willem van Oranje, tussen diens 3e en 4e huwelijk, waaruit c. 1583 een zoon Hendrik was geboren. Na adoptie door zijn stiefvader noemt deze zich Jhr. Hendrick Goudt. Hij is bekend als kunst schilder en graveur en overleed ongehuwd en krankzinnig te Utrecht 17 dec. 1648. (Jan Jacob ten Hove Dr. D. Hoek). Het Raadsel van Arend en Hendrik Goudt, Amster dam, De Bezige Bij, 1944). Vermoedelijk Jhr. Frangois de Pijpenpoy, zoon van Jean en Cornelia van Overstraten. Hij was een van de verbonden edelen. In 1577 werd hij aangesteld tot grietman van Heme- lumer Oldevaart en Noordwolde en tot drost van het kasteel en olderman van de stad Staveren. Op 18 febr. 1580 gaf hij het kasteel over niet aan Rennenberg, doch aan de Prins- gezinden. (N.N.B.W. dl. V, kol. 511). Jacob Claesz. in Teylingen, vroedschap 1584/851586/87.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1955 | | pagina 181