EN ZIJN NAASTE OMGEVING 11 de Hoge Nieuwstraat af noordwestelijk op tot aan de eerste middelgevel van voornoemd huis. Barbara Ruysch, 6.000 rijk, ging het huis bewonen; in 1627 had zij Geertruid Schoutens, weduwe van de griffier Paulus de Jonge, die 50.000 bezat, als medebewoonster. Het mag ons verbazen, dat een zo vermogend man als Van Wassenaer-Dui ven voorde het huis, dat slechts door een binnenmuur van zijn eigen woning was ge scheiden, in andere handen gaf. In later tijd hebben de Wassenaers nimmer meer het huis op de hoek van de Hoge Nieuwstraat teruggekocht, hoewel zij er hun aan groeiend grondbezit ter plaatse mee hadden kunnen afronden en er zeer goed stallen hadden kunnen bou wen. De verdere lotgevallen van het hoekhuis worden verderop verhaald. Het nieuwe huis van Van Duivenvoorde was in de loop van 1624 geheel gereed. Op 31 October kreeg hij consent het huis met een „glintinge” te omringen en tevens een „stinckput” aan de zijde van het Voorhout te maken. 12Daar het nieuwe bouwwerk nog niet voorkomt op de gravure van het Lange Voorhout door Jan Pietersz. van de Venne die is opgenomen in de eerste druk van Huygens’ Voorhout van 1622, mag men aannemen, dat het huis in 1623 is gebouwd en in de loop van 1624 betrokken. Hoe het huis was ingedeeld, is niet bekend. Het is in de 18e eeuw grondig verbouwd en in het begin van de 20e eeuw van binnen geheel veranderd om het voor een bankbedrijf geschikt te maken. Wel valt op, dat het een voor zo’n groot woonhuis slechts betrekkelijk kleine tuin had en vooral dat er in het geheel geen stallen bij waren. Hierin werd voorzien doordat Johan van Was- senaer op 7 mei 1623 van Pieter Jansz. Palesteyn, de 12Keppel 1110.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1955 | | pagina 22