HET HUIS VAN WASSENAAR-DUIVENVOORDE
12
zijn zoon uit het
aan de Hoogstraat wonende vroedschap en oud-burge-
meester, een tuin kocht met recht van in- en uitgang
„achter het Ammunitiehuis achter het Predicaren-kloos-
ter”, dus bij het Nachtegaalspad thans de Parkstraat.
Hij bouwde daar, zoals verderop zal blijken, een koets
huis en stallen.
Verscheidene jaren horen wij niet veel meer over het
huis, maar op 24 september 1643 verkreeg Van Wasse-
naer consent om aan zijn salet aan de Voorhoutzijde een
uitstek te bouwen, mits de vensters daarvan naar binnen
zouden openslaan. 13Hij plaatste het, zoals nog heden
te zien is, tegen het derde venster van de hoek. Ver
moedelijk wenste hij een aardig zitje met uitzicht naar
drie zijden op het blijkbaar toenemend verkeer, een
luxueus soort spionnetje, maar het fraaie evenwichtige
uiterlijk van het huis werd er stellig door geschonden.
Johan van Wassenaer heeft slechts kort van zijn uit
stek genoten, want hij overleed op 27 april 1645. Het
Haagse huis werd toegewezen aan
eerste huwelijk, in 1610 geboren.
Arent van Wassenaer, Heer van Duivenvoorde,
Voorschoten en Veur, 't Woud en Rosande was rit
meester van een regiment te paard. In 1647 werd hij lid
der ridderschap van Holland en in 1653 deswegen eer
ste gecommitteerde in het college van Gecommitteerde
Raden, later ook luitenant-houtvester en stadhouder der
grafelijkheidslenen, hoogheemraad van Rijnland en
groot-zegelbewaarder. Een carrière gelijkend op die
van zijn vader. Hij was niet zo vermogend; in het
kohier van 1674 wordt zijn vermogen opgegeven als
128.400. 14) Toch behoorde hij nog onder de vijftig
13Keppel 1109.
14Haagsche Kohieren II (1674) door Dr. H. E. van Gelder,
Jaarb. Die Haghe 1914/15 blz. 48,