HET HUIS VAN WASSENAAR-DUIVENVOORDE
14
van de pomp op de Kneuterdijk door de straat naar het
huis „omme alsoo van goet vars water te kunnen werden
gedient”, terwijl op 22 september 1707 een dergelijke
toestemming afkwam om een „ryool” te maken uit de
keuken door de straat naar het grote riool op de hoek
van de Hoge Nieuwstraat. 1£>) Kneuterdijk en Voorhout
waren toen dus blijkbaar nog niet gerioleerd.
Maar er waren grotere veranderingen voor het huis
op komst. Het was bij acte van 31 juli 1712 met ingang
van 1708 toegewezen 20aan Jacob s oudste zoon, de
in 1669 geboren Arent van Wassenaer, Heer van Dui
venvoorde, Voorschoten en Veur, 't Woud, Rosande en
Harsselo. Hij was beschreven in de ridderschap, presi
dent van de Rekenkamer, hoogheemraad van Schieland,
ruwaard en baljuw van den lande van Putten, drost van
de stad en de baronie van Breda, baljuw van Hulst en
Hulsterambacht en meesterknaap van Holland. In 1701
was hij getrouwd met Anna Margaretha Bentinck, doch
ter van de Graaf van Portland. Hij overleed in zijn
Haagse huis op 15 december 1721; zijn weduwe bleef
het tot haar dood op 3 mei 1763 bewonen. Maar een
vergroot en veranderd huis.
In 1718 n.l. wensten de echtelieden van Wassenaer
van DuivenvoordeBentinck, zeer vermogend als ze
waren, hun nu bijna een eeuw oude familiehuis aanzien
lijk uit te breiden. Wat dreef hen ertoe? Vermoedelijk
was de ruimte voor ontvangsten bij de in de 18e eeuw
toenemende weelde niet groot genoeg meer, het huis was
natuurlijk ouderwets en bovendien begon het gemis aan
een stal in de onmiddellijke nabijheid hen blijkbaar te
verdrieten. Tot uitbreiding werd besloten, maar de grond
aan de oostzijde bood, zelfs als men het in 1699 ge-
19Keppel 1109.
20Keppel 1108.