EN ZIJN NAASTE OMGEVING
17
oplichter, maar hij was blijkbaar vermogend. Huis en erf
bleven tot 1718, toen zij eigendom der Wassenaers wer
den, eigendom van hem en zijn erfgenamen.
Mr. Johan de Cocq kreeg op 15 mei 1652 vergunning
hekken te maken voor zijn erf zowel aan de Hoge Nieuw-
straat als aan het Voorhout 26). Vermoedelijk heeft hij
toen aan de Voorhoutzijde het huis laten bouwen, dat we
zien op de plattegrond van Elandt uit 1665 en op
de van ongeveer 1690 daterende tekening van Van Call
van het Lange Voorhout.
Op 29 november 1668 werd de advocaat de Cocq in
de Kloosterkerk ten grave gedragen, terwijl op 13 decem
ber 1681 zijn weduwe, Margaretha van Boncamp van
Coesfelt, in de Grote Kerk werd ter ruste gelegd. Het
nieuwe huis aan het Voorhout was verhuurd na deCocq's
dood. In 1674 woonde er de luitenant-colonel Johan
Boreel, Baronet, Heer van Arentsdyck etc., Edelman en
Hofmeester v.an de Prins van Oranje. Het huis aan de
Hoge Nieuwstraat werd in hetzelfde jaar bewoond door
Paulus Timmerman, die reeds het volgende jaar naar
Utrecht verhuisde om daar het ambt van Maarschalk
van ’t Nederkwartier van het Sticht te aanvaarden.
Na 1681 waren beide huizen eigendom van Anna de
Cocq, die reeds zes jaren voor de dood harer moeder,
n.l. op 10 februari 1675 ten stadhuize en in de R.K.
Kerk dus een gemengd huwelijk was getrouwd met
de R.K. advocaat Mr. Adriaen de Bye. Hij was o.a.
executeur van Jhr. Eduart van Hoogelande en een der
eerste regenten van het Hofje van Hoogelande. Uit dit
huwelijk sproten tussen 1676 en 1690 negen kinderen,
allen R.K. gedoopt. Op 27 februari 1700 werd voor
Anna de Bye-de Cocq impost op het begraven betaald,
voor haar man op 25 januari 1731. Maar de huizen
26Keppel 1110.