HET HUIS VAN WASSENAAR-DUIVENVOORDE
20
bleef zijn nog jonge weduwe, zij was in 1683 geboren,
tot haar dood in 1763 het nu zeer grote huis bewonen.
Dat zij veel in Den Haag vertoefde, blijkt ook daaruit, dat
zij van 1708 tot 1752 een of meer plaatsen in Haagse ker
ken, hetzij de Grote Kerk, de Kloosterkerk, de Nieuwe
Kerk of de Hofkapel, toen Waalse Kerk, in huur had.
Ook haar dochters Anna Sophie en Jacoba Maria had
den zulke plaatsen. 32
De weduwe verkeerde in verblijdende financiële om
standigheden; haar jaarlijks inkomen werd op f 30.000
geschat. Zij hield voor zich en haar drie dochtertjes, die
in 1721 resp. 15, 12 en 2 jaren oud waren op 23 no
vember 1721 was, drie weken voor de dood zijns vaders
nog een zoontje geboren, dat echter in 1722 overleed,
nadat de dood haar vroeger reeds een dochtertje en
twee zoons had ontnomen elf dienstboden en had de
beschikking over zes paarden en natuurlijk de bijbehoren
de koetsen. Toen op 15 april 1742 haar 23-jarige dochter
Louise Isabella Hermeline in de Waalse Kerk getrouwd
was met Frederik Willem van Reede, vierde Graaf van
Athlone, die zelf een inkomen van f 6.000 had, kwam het
jonge echtpaar bij haar inwonen. Athlone overleed reeds
in 1747, zijn weduwe in 1756.
Hoe het huis toen was ingedeeld is uit een beschrijving
van 1759 bekend. 33Beneden was het Grote Zalet met
een papieren behangsel, drie schilderijen boven de deu
ren en een spiegel in de schoorsteen. Dan was er de
Grote Eetzaal, ook met papieren behangsel, drie schilde
rijen en een spiegel en de Klijne Eetzaal met slechts
één schilderij. Tussen beide eetzalen was een tussen-
kamertje met papieren behangsel en vier schilderijen.
Boven waren drie kamers aan de zijde van het Voorhout,
32Keppel 1121.
33) Keppel 1113 II.