EN ZIJN NAASTE OMGEVING 21 34) een met annex een goudleren kabinet en met tapijt be hangen. Verder nog kamers boven salet en eetzalen en weer een tussenvertrek] e met goudleren behangsel. Helaas laat de tegenwoordige, sterk verbouwde, toe stand van het interieur niet meer toe met enige zekerheid de oorspronkelijke indeling te reconstrueren. Wel zijn in het archief van Keppel twee plattegrondtekeningen van het huis aangetroffen. Een van de sous-terrain-verdie- ping uit het jaar 1746. Men vindt er behalve een voor- huys, een kneghscamer en een keuken nog zes ruimten en een toiletkamer met wasbak. Ook de stallen, geschikt voor twaalf paarden, komen er op voor. De tweede, niet gedateerde plattegrond is blijkbaar van de slaapkamer-verdieping. Zij klopt niet geheel met bovenstaande beschrijving en vertoont acht kamers, twee kabinetten, twee alcoven en twee toiletgelegenheden, waarvan een met een wasbak. In zes der acht kamers en in beide kabinetten bestond gelegenheid om te stoken. In de kamers aan de voorzijde bevonden de schouwen zich echter niet in de buitenmuur, hoewel beneden en boven de twee ramen aan het Voorhout dichtgemetseld waren, wat tot de verbouwing van 1917 zo is gebleven. Ook dit deed het uiterlijk aanzien van het huis aanmerke lijk afbreuk. Inmiddels had Mevrouw van Duivenvoorde het nodig gevonden haar grondbezit uit te breiden. Waarom? Wel licht wilde zij de mogelijkheid open houden, dat een van haar toen alle drie gehuwde dochters naast haar zou komen wonen. Misschien was het een kwestie van geld belegging. Hoe dit zij, op 14 mei 1756 werd zij voor f 30.000 eigenares van beide oostelijke buurhuizen „tegen den anderen” staande aan het Lange Voorhout en de Hoge Nieuwstraat. 34) Keppel 1110.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1955 | | pagina 34