HET HUIS VAN WASSENAAR-DUIVENVOORDE
30
deel werd gehuurd door Mr. Franchois van der Hoop,
die, zoals we zullen zien, de buurman van Mevrouw van
Wassenaer aan de Kneuterdijk was. Hij stierf in 1741,
zijn weduwe bleef huurster tot haar dood in 1750. Op
Boetzelaer volgde voor één jaar Arnold Boers en daar
op Willem Baron van Liere, Heer van beyde de Cat-
wycken en ’t Sant, gecommitteerde in het college van
de Admiraliteit van Amsterdam. Hij was eigenaar van
het huis ter plaatse waar nu het Hotel des Indes staat.
Verdere huurders waren van 1745 tot 1748 Reyndert
Baron van Reede, Heer van Ginckel, Middagten, Suy-
lenburch en Rouwenburgh etc. etc. etc., die tijdens de
huur in 1747 als gezant te Berlijn overleed, in 1749
Willem Baron van Wassenaer, capitain van een com
pagnie Guardes Dragonders, vermoedelijk wel dezelfde
bij wiens doop op 3 november 1722 de Douairière van
Wassenaer-Bentinck en de bovengenoemde Willem
Baron van Liere getuigen waren geweest.
Op hem volgden in 1751 en 1752 Hans Willem Baron
van Aylva, de z.g.n. gouden Aylva „sessie hebbende in
't Ed. Mog. Collegie van de Heeren Raaden van Staa-
ten”, in 1753 de advocaat Mr. Cornells van der Hoop,
daarna Zeno Baron Bentinck „Luitenant-Colonel ende
Capitain van een Compagnie Guardes Grenadiers” tot
1755. Op hem volgde in dat jaar Baron D’Aulbone
„generaal-adjudant van H.K.H. en colonel van de Swit-
serse Guarde” en tot 1772 toe behalve de reeds ge
noemde Mr. Mathys Straelman, Mr. Jan van Schuylen-
burch, advocaat, de Graaf van Golofkin, ambassadeur
van de Keizer en tenslotte de Prins van Oranje. Tussen
1779 en 1798 waren het Mr. Hermanus de Vries, Heer
van Lange- en Ruigeweide, die volgens het contract een
stal en koetshuis huurde aan het Nachtegaalspad naast
de Herberg Het land van belofte. Deze herberg behoorde