STADSONTWIKKELING VAN 'S-GRAVENHAGE
45
een nog klem-
ik alleen de eerste
Weer een aantal vragen, waarvan de
mender is dan de andere en waarvan
definitief durf te beantwoorden.
De laatste woningen binnen de stadsgrenzen zullen
tussen 1960 en 1962 in aanbouw worden genomen, af
hankelijk van het bouwtempo dat door de hogere over
heden wordt toegestaan en afgezien van vertragingen
door een probleem als Waldeck.
Voor wat de kwestie van het „beëindigingsplan” be
treft wijs ik erop, dat het destijds door de Raad aan
vaarde structuurplan van Dudok het karakter van een
beëindigingsplan droeg. Dit plan was echter los gedacht
van de gemeentegrenzen en kon dan ook niet verder dan
tot de gemeentegrenzen verwezenlijkt worden en ook
dat slechts gedeeltelijk omdat Rijk (Commissie Westen
des Lands) en Provincie (Streekplan Westland) tot
beperking dwongen. Ook in het thans gepubliceerde
ontwerpstreekplan Westland kan de gedachte van het
beëindigingsplan duidelijk worden teruggevonden.
Vast staat in elk geval, dat de bebouwingsmogelijk-
heden volgens het streekplan Westland onvoldoende
zijn om de bevolkingsgroei van de Haagse agglomeratie
op langere termijn op te vangen. Vast staat ook, dat de
huidige rechtsmiddelen niet voldoende zijn om de vesti
ging van nieuwe bestaansbronnen in een stad te belet
ten indien men dat al zou wensen en dat het pro
beren om de groei van een stad te belemmeren door de
woningbouw stop te zetten alleen kan leiden tot het
bevorderen van het sociale euvel van de samenwoningen
en dus een volstrekt asociale handeling zou zijn.
Hoe dit alles echter zij, voorlopig kunnen Rijswijk,
Voorburg en Leidschendam nog uitkomst bieden.
In het vorenstaande sprak ik alleen over de woon
bebouwing. Het grondgebrek doet zich echter uiteraard