TIEN JAREN WEDEROPBOUW EN 48 van de van de de stad, neemt, dat ook hier op dit punt problemen rijzen, zoals bijvoorbeeld bij het Heilige Geesthofje en het Spinoza- huis, die in een geheel te reconstrueren stadsgedeelte liggen. Daarbij is niet alleen een vraagstuk het stratenbeloop op zichzelf, maar ook de schaalvergroting, die elk ge reconstrueerd stadsgedeelte kenmerkt, en waardoor het gevaar ontstaat, dat gespaarde gedeelten oude bebou wing niet meer harmonisch in de nieuwe bebouwing kunnen worden opgenomen. Deze moeilijkheid wordt nog versterkt door het feit, dat de woonbebouwing ge heel of gedeeltelijk zal verdwijnen uit de te reconstrue ren stadswijken, namelijk daar, waar de zich als gevolg van de stadsuitbreiding wijzigende functie van de bin nenstad een uitbreiding van het citygebied onvermijde lijk maakt. Dit roept trouwens aanstonds weer een ander probleem op, namelijk waar moet ruimte worden gevonden voor de op deze wijze en ook door de verminderde bebouwingsdichtheid verdwijnende wo ningen? Het is hier niet de plaats om uitvoerige be schouwingen aan het verkeersprobleem te wijden, maar het is misschien goed om te constateren, dat dit probleem in wezen onoplosbaar is, indien men een oplossing althans uitsluitend wil zoeken in het scheppen van een zodanige oppervlakte aan verkeers- en parkeerruimte, dat nergens verkeersopstoppingen zouden optreden. Het aanbrengen van verkeersverbeteringen zal steeds hand aan hand moeten gaan met verkeersbeperkingen elders en met een bewuste bevordering van het openbaar vervoer, dat veel minder ruimte inneemt dan het vervoer door personenauto’s. Andere middelen bijvoorbeeld beperking omvang van de Haagse agglomeratie, beperking bebouwingsdichtheid en -hoogte in de kern van i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1955 | | pagina 68