IETS OVER DE EERSTE HAAGSE
62
over-
Voor degenen die daarin belangstellen is aan het slot van deze
korte verhandeling een opgave toegevoegd van de namen en
kwaliteiten der inschrijvers. Verschillende daarvan behoren tot
thans uitgestorven geslachten.
drag van f 36.250 bleken te hebben toegezegd. Een
alleszins verheugend resultaat*).
In de eerste algemene vergadering, die enkele dagen
later, onder leiding van de heer van der Heim, in het
gebouw van het Nut aan het Buitenhof werd gehouden,
en die zich in veel belangstelling van de zijde der leden
oprichters mocht verheugen, was natuurlijk in de eerste
plaats het benoemen van een bestuur aan de orde. Dat
daarbij al dadelijk de keus viel op de vijf initiatiefnemers
zal hun zeker genoegen hebben gedaan, maar lag ove
rigens wel in de lijn der verwachting. In de nog resteren
de plaatsen het Reglement voorzag in een bestuur van
ten minste negen leden werden gekozen de heren
Jhr. Mr. C. A. J. Beelaerts van Blokland, substituut-
griffier bij het Haagse Gerechtshof (en zwager van de
heer Caan), I. P. Delprat, kolonel der Genie, J. W. H.
Smissaert, particulier, en de medicinae doctor T. H.
Blom Coster, met welke heren de wat rijpere leeftijd een
plaats in de leiding kreeg. De heer Delprat, een zestiger,
nam de functie van voorzitter op zich, de heren van der
Heim en Janssens resp. die van secretaris en van pen
ningmeester.
Verder besloot die eerste vergadering, blijkbaar
tuigd, dat een organisatie met zo nobel doel en van zo
nobele samenstelling wel op Hoge belangstelling zou
mogen rekenen, aan de leden van het Koninklijk Huis
bij missive mededeling van de oprichting te doen en aan
de Koning het Beschermheerschap daarover aan te bie
den. Reeds zeer spoedig werd het bericht ontvangen,
dat Zijne Majesteit dit eerbetoon met welgevallen had