I.
ONGELUKKIG IN DE LIEFDE
73
,,ik agte het ten hoogsten noodig LIE te melden hoe
ik deesen avond na dat moeder mij in heeft sien komen
gehandelt ben, sij vroeg mij waar ik was geweest waar
op ik antwoorde dit te sullen seggen als het tijd was
waar over sij seer toornig wierd, bleef op mijn kamer,
en vroeg na de sleutel welke ik zeide niet te hebben,
waar op sij met gewelt in mijn sak wilde gaan dog dit
soo gemakkelijk niet gaande bleef sij nog een tijd lang
op de kamer, sond om de smit om mijn kabinet op te
steken maar die kwam niet, ondertussen had ik het
plesier van niet als alle inpertinenties te moeten hooren
als mede dat ik u tog niet hebben soude en waarom dat
ik maar niet met u heen liep want dat dit het eenigste
middel voor mij was om u te krijgen en dat het uytgaan
mij soude besuuren, en dat sij nu voortaan haar magt
soude toonen en ordonneerde mij booven te blijven,
ik heb op alles niets geantwoord. Ook seyde moeder dat
sij met plaisier de tijd tegemoet sag dat ik soude be
ginne, want dat sij daar seer na verlangde. Eer sij na
benede ging seyde sij dat ik benede soude gaan maar
ongekleet sijnde seyde ik dat ik mij aan haar eerste
orders hielt te weeten om boven te blijven. Na veele
inpertinenties nog gesegt te hebben teveel om hier te
melden, vertrok sij van de kamer, trok er de kopere krik
uyt soo dat wij op de kamer gesloten bleeven sonder
dien avond eeten drinken of vuur om mij te warmen.
Sij heeft gesegt op onse kamer te sullen slapen soo dat
Mevrouw van Assendelft had vooruitlopende op deze
beschikking Helena alvast opgesloten! Dat verhinderde
deze echter niet met Elfring te corresponderen. Haar
brieven zijn bewaard gebleven; wij laten ze hieronder
volgen.