ONGELUKKIG IN DE LIEFDE
75
maar
mij te redden, ik heb geen
hier iets eerder van te late
er in ’t geheel geen occasie
u niet moet verwonderen in-
mij krijgt, ik verlang onuytspre-
kelijk na antwoord op dese welk ik door j: sal verwagten
maar soo het eer nodig is door B: ondertusschen blijve
ik uwe getrouwe H. C. van Assendelft.
den 3 April 1756.
III.
de omstandigheid waar in ik mij bevinde suit gij uyt
mijn twee andere brieven welke ik gedagt had dat gij
van de morge soud hebben gehad, maar A. heeft den
heelen dag niet uit kenne komen, maar ik twijfel niet of
gij suit se morgen door j. of d. krijgen waar uyt gij
eenigsins suit verneemen hoe het hier gestelt is. ik heb
vanmiddag laate vraagen of de knegt voor mij na Mr. de
Ville mogt gaan, waar op moeder mij liet antwoorden
van ja maar dat ik eerst moest seggen waar ik die twee
rijse was uyt geweest, ik heb laate seggen bij Mr. de
Ville, maar toen liet moeder weerom zeggen dat sij
eerst haar advokaaten moest spreeken soo dat ik toen
om de ville niet mogt senden. dat ik bij de ville geweest
ben kost ik gerust seggen om dat ik gistere en de week
te vooren gelijk je weet aan sijn huys geweest ben.
daar op moet blijven en mij in een droeviege omstandig
heid bevin, hetgeen ik versoek dat gij ten eersten Mr. de
Ville belieft te gaan seggen. ik weet niet of moeder mij
kan wijgeren om hem te spreken. Soo niet dan versoek
ik dat hij hoe eer hoe liever komt, en anders laat mij
dan maar ten eersten weeten hoe ik mij in deese moet
gedragen, want op die manier is 't mij niet mogelijk te
blijven en daarom moet gij maar alles ten eersten in 't
werk stellen dat gij kent om
gelegentheid gehad om u
weeten en ik vrees dat ik
toe sal hebben soo dat gij
dien gij geen tijding van