JI kozen boven de begraafplaats der Gemeente, waartoe welligt aanleiding te vinden is in eene meerdere beplanting en minder openligging, die Eikenduinen als begraafplaats ver kieslijker makenzoowel omdat de plaats strookt met het ge voel van hen die hunne betrekkingen komen ter ruste brengen of de begraafplaats bezoeken, als omdat zij hun beschutting aanbiedt tegen koude, regen en wind. Altijd heeft Eikendui nen zich daardoor gunstig onderscheiden boven onze begraaf plaats en nu voor drie jaren daarbij gekomen is de op heffing der retribution voor het uitvoeren van lijkenwaar door de kosten van begraven aldaar eerder minder dan meer zijn tegenover die door de Gemeente gevorderd; nu is het duidelijk te bemerken, dat de algemeene keus, vooral van de meestgegoeden en dus van lien die in de hoogste klassen begraven, de burgerlijke begraafplaats verlaat en zich elders vestigt. Het nadeel daarvan is nog gering, maar kan groot worden; wij zullen het ons daarom tot pligt rekenen, alle pogingen aan te wenden, om, zoo mogelijk, doelmatige be plantingen op de begraafplaats te verkrijgenwaarvan door den tijd lommer en beschutting te hopen is, en waardoor dan, zoo wij ineenen, de voorkeur voor andere begraaf plaatsen zal ophouden. De verordeningenwelke liet toezigt op de begraafplaatsen betreffen en die hier van kracht zijn, zijn de volgende: 1°. Reglement ten aanzien van het begraven binnen ''s Gra venhagen gearresteerd bij den Raad den 15den Maart 1830. 2°. Reglement van orde op de burgerlijke begraafplaats van den 20sten Maart 1818. 3". Instructie voor den opzigter en boekhouder der bur gerlijke begraafplaatsvastgesteld den 2den December 1829. 1". Instructie voor den geëmploijeerdebelast met de in ning van de gelden voor de burgerlijke begraafplaats, als voren vastgesteld den 2den December 1829; en 5'. Instructie voor de doodgravers, gearresteerd den 16den November 1819.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1851 | | pagina 11