VIERDE HOOFDSTUK
(welriuiirtrieleia.
GEWONE EN BUITENGEWONE ONTVANGSTEN.
a. Directe belastingen.
Opcenten op "s Rijks directe belastingen 24,047.36.]
b. Belastingen op voorwerpen van verbruik
waarop Rijksbelasting geheven wordt.
1°. Opcenten op de Rijksaccijnsen.
Op het binnen- en buitenlandsch
gedistilleerd, liet gemaal en het
geslagt355,412.40.
2°. Het eigen-middel op
het binnen- en bui
tenlandsch gedistil
leerd, den wijn, het
gemaalhet geslagt
de turf en de steen-
kolen- 187,291.35
542,703.75
Bovendien is bij Zijner Majesteits besluit van den 20sten
October 1849, n. 58, toegestaan eene buitengewone heffing
op het gemaal, van 75 cents per mud tarwe, en 50 cents
per mud rogge, voor den tijd van driejaren, eindigende
met uit". December 1852, en wier strekking is tot goed
making van kosten voor buitengewone werken en subsidie
tot verbouwing van het krankzinnigen-gesticht alhier.
c. Belastingen op voorwerpenivaarop geene
Rijksbelasting geheven wordt.
Impost op het brandhoutf 14,399.22!
d. Heffingen of retrïbutien voor het gebruik
of genot van openbare gemeentewerken
bezittingen of inrigtingen en dat van door
of van wege het Gemeente-bestuur ver
strekte diensten.