14 Aangezien zoowel de ontvangsten als de uitgaven genomen zijn over het jaar 1851, moet men hierbij aanmerken, dat, de dienst van dat jaar nog niet afgesloten is, en daarop nog eenige uitgaven kunnen plaats hebben, waardoor deze opgaven alzoo niet zouden overeenkomen met de rekening over 1851, wanneer die aan U zal worden voorgelegd: doch die uitgaven zullen niet van zoodanig bedrag zijn, dat zij een belangrijk of zelfs noemenswaardig verschil opleveren bij het meer algemeen overzigt, dat wij ons voorstellen door dit verslag ook over de financiële admininistratie der Ge meente te hebben gegeven. VIJFDE HOOFDSTUK. <»emeetite-eigen<loiiiiiieii werken en inrigtfingen. a. GEMEENTE-GEBOU W E N. Eene behooorlijke lijst dier gebouwen is opgemaakt, en een afschrift daarvan, voor zoo veel de hoofden van die lijst betreft, wordt hieraan gehecht. Zie bijlage B. Het zou moeijelijk zijn den staat of toestand van al die gebouwen onder één woord te kunnen brengen en aangeven maar even onnoodig achten wij het, U meer bepaald den staat van ieder pand te beschrijven, hetwelk inderdaad tot nuttelooze omslagtiglieid leiden zoude. Wij gelooven daarom te kunnen volstaan met U te verzekerendatnaarmate de inrigting en bestemming van ieder gemeente-gebouw dit toe liet en vorderde, die bezittingen voortdurend goed onder houden en in eenen voldoenden toestand zijn. De kosten van onderhoudverbetering en aanbouw hebben over het afgeloopen jaar bedragen de somma van/23,705.84 j. b. GEMEEN TE-G II O N D E N. Bij de beschouwing hiervan moet men aanvangen met op te merkendat de Gemeente zeer weinige gronden bezit waarvan zij goede opbrengsten trekken kan. Deze bepalen zich tot eenige weilanden in de Gemeente gelegen, tot eene t-' O O c, O

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1851 | | pagina 14