16 onderhoud der plaatselijke werken en eigendommen zal doen gevoelen. Maatregelen tot verbetering achten wij niet noodig aan te wijzen, waar elke verbetering altijd dadelijk met den meesten spoed wordt ten uitvoer gelegd. d. GEMEENTE-, POLDER- OF BUURTWEGEN EN VOETPADEN. Alle wegen, aan de Gemeente behoorende, zijn, zoo veel mogelijkgoed onderhoudenomdat ook het belang der Gemeente medebrengt niet te doen vervallenwaarvan men verpligt is het onderhoud te bekostigen. Anders is het gelegen met die wegen, welke door anderen moeten onder houden wordendaarover valt dikwijls te klagenen wordt alzoo eene verordening op het onderhoud en de politie dier middelen van gemeenschap met verlangen te gernoet gezien. Wij wijzen U alleen op het Pinksterbloemenlaantje, waarom trent zoo veel moeijelijkheid plaats heeft, en herinneren U verder, dat juist de behoefte aan eene dergelijke verordening (en wij mogen er bij voegen, de moeijelijkheid om eene be hoorlijk wettige en wettelijke verordening voor deze aan gelegenheid te maken) den Raad reeds gebragt heeft tot het overnemen van eenige stratenin de Gemeente gelegen waarvan het onderhoud door de particulieren zoo veel te wenschen overliet. Geene wegen of voetpaden zijn belangrijk verbeterd en geene nieuwe aangelegden dus blijft de staat van die wegen, zoo als die opgemaakt is den Ssten Januarij 1851 en opgezonden aan Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid- hollandter voldoening aan het voorschrift vervat in het Provinciaal blad n°. 53 van het jaar 1850, nog van kracht. Zie dien staat hierachter als bijlage C. e. RIVIEREN, KANALEN EN VAARTEN. Over deze paragraaf is weinig te zeggen: waterkeeringen bezit de Gemeente niet, dan waar hare wallen waterkeering der polders uitmakende staat van die waterkeering is zeer

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1851 | | pagina 16