41
onderwerp, waarover uwe beraadslagingen binnen weinigen
tijd loopen zullen. Wij zullen ons dan ook slechts bepalen
tot eene beschouwing van het bestaande zonder eenige be
oordeeling, hoe moeijelijk dat ook zijn moge.
Onder de maatregelen van Politie, in 1851 genomen, herin
neren wij aan het den 25sten April 1851 opnieuw uitvaardigen
van het den lOden April 1822 gearresteerde reglement voor de
kermis, en aan het op den 23sten Junij 1851 voor den tijd
van veertien dagen van toepassing verklaren van de keur op
het vastleggen der honden van den 2den October 1850.
A erdere maatregelen van Politie zijn over den afgeloopen
jaarkring niet te vermelden; ten minste niet dezulke, die
hier bedoeld kunnen wezen en van doorgaande werking zijn.
Het valt niet te ontkennen, dat de oorzaak van het nemen
van zoo weinige maatregelen, als hier kunnen aangehaald
worden, gelegen is in den overgangstijd, waarin de Gemeente
besturen in het afgelooi^en jaar verkeerden.
Met het uitzigt dat alle keurenvolgens de nieuwe Ge
meentewet, herzien zouden worden, heeft de vroegere Raad
zich niet meer onledig gehouden met het daarstellen van
nieuwe bepalingen, wanneer die niet dringend vereischt wer
den en de nieuwe Gemeenteraad had in de eerste maanden
van zijn bestuur overvloed van werk, om althans niet het
maken van nieuwe Politie-verordeningen uit te lokken, als
de dienst die niet bijzonder vorderde, en dit kunnen wij
hierbij voegen, de Gemeente heeft onder dien stand van zaken
niet geleden, en de Raad zal niet in gebreke blijven ten dezen
aanzien de voorschriften der nieuwe Gemeentewet getrouwelijk
na te komen.
Ten gevolge der nieuwe Gemeentewet is de verhouding
van het Gemeentebestuur tot de Politie veranderd, aangezien
art. 190 voorschrijftdat de Burgemeester het hoofd der
Politie is en de betrekking van Directeur van Politie daar
door uit den aard der zake vervallen moest.
De directie van Politie, die alhier tijdelijk opgedragen
was aan den Heer Mr. B. van Dorp directeur van Politie
te Kotter damis dien ten gevolge met de invoering van de