44 gaan en de aannemer beboet, wanneer daaromtrent klagten tegen hem worden ingebragt, die bewezen worden overeen komstig de waarheid te zijn. Als ongelukken of rampen die openbare vermelding ver dienen, geven wij op: 1°. Dat in den nacht van den 26sten September dezes jaars, op de Engelsche kust, voor de haven van Flamboroughvergaan is de Scheveningsche pink Schevenings welvaren, stuurman: Leendert Mos, en toebehoorende aan den reeder J. Hoogenraad. Het vaartuig bevond zich op de steurharmg-visscherij en was bemand met acht personen, die allen zijn ver ongelukt. Bijzonderheden zijn van deze schipbreuk in het geheel niet bekend. De hevige stormin dien nacht gewoed hebbende, heeft de pink, die des avonds nog gezien was vernielden des morgens vond men den inventaris drijvende. Door eene daartoe zamen- gekomen Commissiezijn liefdegiften gevraagd voor de nagelaten betrekkingen dezer ongelukkige visschers, en aan hare oproeping tot weldoen is ten volle be antwoord het bedrag der ontvangene giften is reeds 6,269.34L 2 Dat den 4den November 11.ten westen van Scheue- ningengestrand is een Engelsch schip, waarvan de equipage evenwel door de reddingsboot is gered. erdere ongelukkendie meer van persoonlijken aard waren, achten wij niet gepast hier te vermelden, omdat zij voor het algemeen van minder belang zijn. Bij een dezer ongelukken, het vallen van een persoon in het wateris dadelijk ter hulpe gesneld W. J. Borsboom en heeft deze door zijn moedig en zelfopofferend gedrag den ongelukkigen drenkeling behouden. Die daad meenden wij onder de daarvoor in het verslag opgenomen rubriek te moeten opgeven, met berigt, dat ons het verleenen van be looning voor dergelijke moedige hulpbewijzen niet bekend is- geworden. v

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1851 | | pagina 44