45
b. HUIS VAN BEWARING.
Deze inrigting is vereenigd met het Burgerlijke en Militaire
Huis van Verzekering, in een nieuw gebouw, daarvoor in
der tijd voor rekening der Gemeente opgetrokken tusschen
de binnen- en wandelplaatsen van liet hoofdgebouw, zoodat
de gevangenen volstrekt afgescheiden van de overige gedeti
neerden in bovengemelde vereenigde gevangenis worden ver
pleegd.
Bij afwisseling zijn gedurende het jaar 1851 in het Huis
van Bewaring ingesloten 221 personen, als 190 mannen en
31 vrouwen, en op den Sisten December 1851 waren aldaar
twee vrouwen in verzekerde bewarinsr.
Veranderingen in het personeel der regenten of van het
collegie van toezigt en in het personeel, belast met het
opzigt over de gevangenen, hebben over 1851 niet plaats
gehad.
In de voeding wordt uit het eigen beheer der gevangenen
voorzien, en daaromtrent worden stiptelijk opgevolgd de van
Rijkswege gegeven algemeene voorschriften.
Geene belangrijke ziekte gevallen zijn waargenomen bij de
gevangenen: al het noodige wordt aangewend, om bij hen
de gezondheid te bewarenen alles wordt in acht genomen
wat daarop van invloed kan zijn, zoo als: zindelijkheid der
vertrekken, versche lucht, verschooning op het lijf, gepaste
beweging en bezigheiden daaraan meent men den algemeenen
goeden gezondheidstoestand der gevangenen te danken te
hebben. De waarneming van de geneeskundige dienst is aan
een' daartoe opzettelijk aangestelden officier van gezondheid
opgedragen.
Op het gedrag der gevangenen zijn geene aanmerkingen
te maken, en omtrent hun werk valt mede niets op te mer
ken, omdat daaraan bij den korten duur der detentie in het
Huis van Bewaring niet veel moeite kan besteed worden
en deze inrigting in dat opzigt aanmerkelijk verschilt van
een gewoon gevangenhuis.
O