51 In (1e duinenten westen en oosten van den Schevening- schen weg, binnen de Gemeente gelegen, zijn de gelijke gronden beteeld of beplant en worden de zandverstuivingen door het Hoog-heemraadschap van Delflandzoover de zee weringen zich uitstrekkendoor helmbeplantingen tegenge gaan en voorgekomenvan de zeeweringen tot aan de be- teelde grondenbinnenwaarts gelegenzijn slechts weinige open vakken of liooge duintoppen aan zandverstuiving on derhevig; de uitgestoven laagten worden, zoo veel doenlijk, alle jaren voor rekening der Gemeente aangevuld en met helm beplant. Van de woeste gronden wordt geen gebruik gemaaktde beweiding is schadelijk voor het in orde houden der dijken enz.; veroorzaakt zandverstuiving en benadeelt de te veld staande aardvruchten; ander gebruik van deze gronden te maken, is niet mogelijk. Het ontginnen van afgeveencle of dalgronden, komt bij ontstentenis van soortgelijke gronden niet in aanmerking. Omtrent den toestand van den veestapel, is in den loop van dit hoofdstuk reeds genoeg gezegd, 0111 daarop niet we der te behoeven terug te komen. De opgaven hier verlangd, vindt men in den staat, als bijlage E hier aangehecht; men moet hier alleen bijvoegen, dat eene juiste opgave van het aanwezige pluimvee inderdaad onmogelijk was, en dat in deze Gemeente geene uitoefening van bijenteelt plaats heeft. De opgaven der middenprijzen en ter markt gebragte hoeveelheden van veld- en tuinvruchten, ooft, vee, boteren kaas, hout en schors, zijn vervat in den staat, bijlage E. DERTIENDE HOOFDSTUK. Very een in gr, Jagl en Vissclierij. a, VERVEENING. Geene gronden, tot verveening geschikt, in deze Gemeente aanwezig zijnde, is dit onderwerp hier niet van toepassing. A

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1851 | | pagina 51