48 en ELFDE HOOFDSTEK. moeijelijkheden nabij leeren kennen tevreden te zijn, dat 1851, ten aanzien van het niet inkomen der vragen, welke wij verpligt zijn voor dit Verslag en voor de statistieke opgaven aan het Gouvernement te doen, en stellen daarte gen over onzen dank aan zoo vele armbesturen en direc teuren van liefdadige instellingen, die ondanks den korten tijd, hun voor het opmaken der tabellen gegeven, met de meeste bereidwilligheid ons hebben ten dienste gestaan. Eindelijk moeten wij nog even als in het vorig jaar doen opmerkendat onder het bedrag der ontvangsten uitgaven van de gestichten, uitsluitend voor zieken en ver wonden begrepen zijn Als ontvang de somma vanf 41,923.77. en als uitgaaf- 43,036.41. gestrekt hebbende voor de verbouwing van het geneeskundig gesticht voor Krankzinnigenwelke sommen alzoo bij de beoordeeling der behoeften dier gestichten en van den alge- meenen toestand van het armwezen, niet mogen in aan merking warden genomen. Uit den toestand van onzekerheid waarin wij in het vorig jaar ten aanzien der inrigting van het politiewezen verkeer den in een vast beginsel teruggebragtverheugen wij ons te kunnen verklaren, dat de werking der politie sedert de nieuwe inrigting gunstig is geweest, en meer strookende was met den geest van de ingezetenen dan het vorig stelsel hetwelk eene te groote inspanning van dienst vorderde, en minder noodig was, voor deze, bij vergelijking met handel plaatsen, rustige Gemeente. Wij verwachten daarom niet, dat ieder de tegenwoordige inrigting der politie zonder gebreken zal beschouwen, maar wij voor onsdie al de bezwaren en moeijelijkheden eener Plaatselijke politie meer en meer van wij meenen reden te hebbenvan zeer Gemeen te-politie. a. OPENBARE VEILIGHEID.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1852 | | pagina 48