f I 4 i EERSTE HOOFDSTUK. Bevolking. 4 was l tweede Verslag dikwijls kunnen verwijzen tot het eerste, en daarvan gebruik zullen moeten makenten einde niet in herhalingen te treden. het mannelijk 1633en van De wettig gedomicilieerde bevolking op 1°. January ‘1852, met bijvoeging van de later ingeschreven militairen enz. bestond uit 33557 mannen en 39516 vrouwen, te zamen alzoo 73073 uitmakende. Gedurende het afgeloopen jaar zijn alhier geboren 1357 van het mannelijk en 1311 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 2668, en daarenboven hebben zich in dien tijd in de Gemeente gevestigd 908 personen van het mannelijk en 1189 van het vrouwelijk geslacht te zamen 2097, waardoor het cijfer der bevolking vermeerderd zoude zijn met 4765. Door sterfte ■wordt dat cijfer evenwel verminderd met 828 van het mannelijk en 805 van het vrouwelijk geslachtte zamen 1633 en door vertrek uit de Gemeente, met 806 personen van het mannelijk en 1011 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 1817, hetwelk in het geheel uitmaakt 3450. De wettige bevolking op den 31sten December 1852 daardoor 34188 mannen en 40200 vrouwen totaal 74388; terwijl de feitelijke bevolking op datzelfde tijdstip bekend was, als te bestaan uit 35021 van het mannelijk en 40255 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 75276. Onder dat getal belmoren 1902 militairen, 152 personen in de gevangenis opgesloten, en 77 verpleegden in het ge neeskundig gesticht voor krankzinnigen alhier. In de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid wor den van wege deze Gemeente 278 personen, zoo bedelaars als kinderenverpleegd. Ten aarizien van de opgave der personen uit de Gemeente vertrokken, tot vestiging in Overzeesche gewesten, ver wijzen wij tot het ter dier zake in het eerste Verslag aan-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1852 | | pagina 4