58 veld- en schors zullen wij niet behoeven te herhalen, wat wij ten vorigen jare gezegd hebben; uit den aard der zake verandert de toe stand der gronden ten dezen opzigte niet zoo ligten nieuwe middelen tot het tegengaan der zandverstuivingen zijn niet toegepast en ook niet noodig geweest; terwijl het Hoog heemraadschap van Delfland steeds voortgaat met de zee weringen door helmbeplantingen behoorlijk te dekken. Gedurende het jaar 1852 is geen gebruik van de woeste gronden der Gemeente gemaakt; het eenige nut dat daarvan te trekken zoude zijnkon in beweiding bestaandoch daarte genover staan zoo vele nadeelen en bezwarenin het vorig jaar door ons reeds opgenoemd, dat het voordeeliger moet worden geacht de gronden, hier bedoeld, ongebruikt te laten liggen. Wij zullen ten aanzien van den veestapel niet meer be hoeven terug te komen op het daarover in dit en in het 6de hoofdstuk reeds besprokene, en wij verwijzen dus hier alleen naar het aantal hengstenruinenmerriën en veulens stieren, koeijen, kalveren, ezels enz., en van het pluimge dierte; het een en ander vervat in de bijlage E. Bijenteelt heeft alhier niet plaats. Overigens is de opgaaf der middelprijzen van tuinvruchtenooftveeboter en kaashout en schorsen van de ter markt gebragte hoeveelheden, opgenomen in den staat, hier achtergevoegd als bijlage F. Hierbij moeten wij doen opmerken, dat de hoeveelheden, in 1852 ter markt gebragtveel verschil opleveren met het jaar 1851 granen waren over het algemeen meer voorhanden erwten en boo- nen ook overvloedigwortelen veel minderwaarschijnlijk ten gevolge van eene abusieve begrooting van dat bedrag in het vorig jaarde boomvruchten allen zeer weinig door het slechte gewas; kaas zeer overvloedig zonder bepaalde oorzaak. De prijzen der veldvruchten enz., in den staat vermeld, zullen bij vergelijking blijken, allen hooger te zijn dan in het vorig jaar, deels ten gevolge van schaarschtedeels ten gevolge van opvoering der waarden in het algemeen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1852 | | pagina 58