Aldus uitgebragt in de Vergadering raad van den 26sten April 1853. G. L. II. HOOFT, burgemeester. J. F. BURNIER, Secretaris. van den Gemeente- Onze vereenigde pogingen mogen dan ook verder strekken tot heil van deze Gemeente, en den bloei bevorderen van alles, wat voor haar belang dienstig zijn kan. Dan zal zij als Koninklijke Residentie waardiglijk hare plaats bekleeden, en hare steeds voortgaande uitbreiding zal de getrouwe af spiegeling van hare welvaart zijn. 70

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1852 | | pagina 70