18
9,009.621.
94,101.08g.
3,978.32."
49,122.04.
bedrag van
plaatse-
c.
d. Kosten
e.
den Secretarisden Ontvanger, de amb
tenaren, de boden, de kosten van schrijf-
en bureaubehoeftendrukloonenvuur
en lichtdie der verkiezingen en van de
registers van den Burgerlijken Stand, en
alles wat verder in bepaalde betrekking
tot het Gemeentebestuur staat.
b. Kosten der publieke werken-
Belastingen en ongelden-
van openbaar onderwijs-
Uitgaven van inrigtingen tot bevorde
ring van kunsten en wetenschappen. -
f. Toelagen voor onderhoud van behoef-
tigen en liefdadige instellingen - 227,290.61.
g. Onvoorziene uitgaven- 8,190.74g.
h. Buitengewone uitgaven- 31,316.14.
Omtrent de cijfers van deze algemeene rubrieken van uit
gaaf mogen wij almede eenige toelichting niet achterwege laten
1". dat de nieuwe vorm van begrooting, met het jaar
1853 ingevoerdeene geheel andere rangschikking
der betalingen heeft gevorderdwaardoor het zeer
moeijelijk zijn zoude, om in eenige vergelijking te
tredentusschen de sommenin het verslag van
1852 opgegevenen die, welke men hier vermeld
vindt
dat onder de lett. f genoemde som een
f 7000 begrepen is, wegens restitutie van
lijke belasting aan armbesturenhetwelk vroeger
van den ontvang werd afgetrokkenalsmede de kos
ten van het winterwerk ongeveer f 12,000 beloo-
pende, die in vorige jaren onder de buitengewone
uitgaven waren opgenomen
dat de onder lett. h vermelde buitengewone uitgaven
hebben gestrekt
a. voor de kosten van het zilverwerktot geschenk
gediend hebbende aan HH. KK. HH. Prins en
Prinses Hendrik der Nederlandenbij Hoogst-
2’.
3’.