39 c. SCIIOOUONDEKWIJZEK.S-GEZELSCHAPPEN. de bij- behoeven De onderwijzers-gezelschappen, alhier bestaande, zijn twee in getal; zij tellen gezamenlijk 91 leden, waarvan de 1ste afdeeling 75, en de 2de n 16. het einde van het Kanaal, werd zij primitief is daargesteld 80 jongelieden met vrucht getal dier scholen, de verdeeling daarvan in klassen, en het getal der leerlingen vermeld wordt. Ook de staat van het onderwijs is daar kortelijk aange geven, en met weinige uitzonderingen zeer voldoende be vonden. De school van de Vereeniging tot bevordering van Am bachten onder de Israëlitenoefent bij voortduring een’ goeden invloed uit, ten nutte van het doel, hetwelk de vereeniging zich voorstelt. In 1853 vereenigd met de herhalingschool voor minvermogenden onder de Israëlitentot de oprigting waarvan den 28stejr Februarij van dat jaar aan het bestuur der ’s Gravenhaagsche afdeeling van de Maatschappij tot Nut der Israëliten in Nederland verlof verleend was, genoten 28 leerlingen onderwijs bij deze vereenigde instelling. Zang- en gymnastie-scholen zijn meerendeels aan zondere scholen der tweede klasse verbonden, en alzoo geene afzonderlijke vermelding. Aan de zwemschool, aan buiten de militairenwaarvoor en in stand gehouden wordt, aan onderrigt gegeven. Men koestert de hoop, in het jaar 1854 alhier tot stand Het plan daartoedoor de Maatschappij tot bevordering der fabrieks-nijverheid ontworpen, is reeds met gedeeltelijk verwezenlijkt. Een vol- waarschijnlijk de gelegenheid aanbie den, over den aard dier school, hare wijze van inrigting en hare nuttige strekking onze gedachten medete deelen. te brengen eene industrieschool, het bestuur van handwerks- en warmte ontvangen en gend Verslag zal ons

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1853 | | pagina 40