43 Van de eerste getuigen wij gaarnedat zij steeds voortgaat door grondig onderwijs en opwekking van den waren kunst zin bij de leerlingen nut te stichten. De uitbreiding aan dat onderwijs gegevendoor het openen eener orgelklasse heeft in eene ware behoefte voorzienterwijl de bekwaam heid van den aangestelden onderwijzer waarborg is voor het welgelukken dezer onderneming. Meer en meer zijn wij daarom overtuigd, dat de uitgaven, welke het Rijk met de Provincie en de Gemeente zich voor deze Muzijkschool ge troosten niet te hoog zijnen wij mogen er ons in ver heugen dat onze Gemeente de zetel iswaar eene zooda nige algemeene en nuttige inrigting is gevestigden van waar zij haar invloed uitoefent door de vorming en ver spreiding van deugdelijke kunstenaars. Het getal leerlingenwaaraan in 1852/3 onderwijs gege ven is, bedroeg 164, waarvan kosteloos 89 de school bezoch ten en de overigen tegen betaling onderrigt hebben genoten. Op de tweede inrigtingde ’s Gravenhaagsche Teeken- Academiewijzen wij ook met eenigen trotsomdat zij in vele kunstenaarsdie het Vaderland tot eere verstrekken de getuigen levert voor het goede onderwijs bij haar ge noten. Het groote nutdoor het academisch onderwijs onder de mindere klassen en bij de ambachtslieden in verschillende kunstvakken hoe langer zoo meer gesticht wordendeheeft zich ook in het afgeloopen jaar wederom duidelijk geopen baard in de plaatsing van vele leerlingen bij onderscheidene werkbazen, juist voor die werken, waarvoor anders vreem delingen geroepen werden. De klassen voor bouwkunde, ornament en boetseerkunde zijn dan ook zeer druk bezocht gewordenen hebben door de zorg van kundige onderwijzers op nieuw de beste uitkomsten opgeleverd. Mutatien in het personeel der onderwijzers hebben geen plaats gehad, evenmin als in dat van den Raad van Bestuur. Het getal der leerlingen op de Teeken-Academie heeft bedragen 309van welke 52 door leden werden gezonden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1853 | | pagina 44