;S1
Pil
De
--
i
uitbrengen
weder genaderd zijnde, aanvaarden wij de
taak met genoegen, omdat zij
blik te
termijn, bij de Gemeentewet aangewezen, voor het
van verslag over den toestand der Gemeente,
ons opgelegde
ons de gelegenheid aanbiedt,
voor en met U een blik te werpen op eenen afgesloten
jaarkring, welke, gekenmerkt door onheilen van algemeenen
en treffenden aard, evenwel ook weder veel goeds en heil
rijk» voor de Gemeente heeft aangebragt.
Die onheilenhet heerschen eener gevreesde ziekteduurte
van levensmiddelen, vroegtijdige en strenge winter, wie
zal het ontkennen, dat zij drukkend en beangstigend waren,
dat zij velen gevoelige en onherstelbare slagen toebragten,
en in het algemeen de welvaart niet bevorderden; maar wij
wijzen daartegenover op zóó vele weldadigheid, die het leed
verzachtte, op zóó vele werkzaamheid en vertier, als voor
ziening in meerdere duurte, op zóóveel toeneming van in
gezetenen, uitbreiding van de bewoonde kom der Gemeente,
vooruitgang op het gebied van nijverheid, kunsten en weten
schappen, dat het ons moeijelijk zoude vallen te beslissen,
naar welke zijde de schaal zal overslaan. Genoeg dan met
deze beschouwing, en laten de bijzonderheden van dit Ver
slag spreken, en voor U den staat van zaken zoo duidelijk
4