58 het vorig jaar hadden de navolgende en te was nog al van veel belang, en heeft het leven gekost aan twee jonge kin deren, die, ofschoon de brand op het midden van den dag plaats had, door het spoedig toenemen en te laat ontdek ken daarvan, niet hebben kunnen gered worden. De overige branden waren van zeer geringe beteekenis. In den staat der verlichting is geene verandering geko men ofschoon men meentdat het gazlicht in zijne gehalte en glans minder is dan vroeger, en alzoo wel iets te wen- schen overig laat, gelooven wij toch, dat, in vergelijking met andere plaatsen, de stad behoorlijk verlicht wordt. De moeijelijkheden met den ondernemer der gazfabriek, ontstaan over vroegere beboetingenzijn nog steeds in regten aanhangig, en het is te voorzien, dat deze nog niet afgeloopen kunnen wezenvoor weder nieuwe geschillen gerezen zijn over de vermeerdering van den prijs der gaz, in verband met de rijzing van den steenkolen prijs. De eenige algemeene ramp, gedurende 1853 voorgevallen en alhier openbare vermelding verdienendeis de storm welke in den morgen van den 26sten September gewoed heeft, en zonder bepaalde ongelukken na zich te slepen, evenwel veel schade heeft veroorzaakt. De Gemeente zelve is daarvan niet verschoond gebleven. Wij noemden vroeger reeds de vernieling van het Plein In den loop van branden plaats, als: Op den 26sten Januarijin de Kazernestraat Op den 3den April, op den hoek van de Boekhorststraat en Herderinnestraat Op den 26sten Mei, in de St. Jacobsstraat; Op den 28sten Mei, aan den Zwarten weg; Op den 12den Julij, op het Bleijenburg; Op den Isten September, in de Bagijnenstraat Op den 17den December, in de Keizerstraat te Scheve- ningen Op den 21sten December, in de St, Jacobsstraat; Op den 25sten December, op het Plein. De eerstgenoemde, in de Kazernestraat, heeft het leven gekost I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1853 | | pagina 59