69
AV. J. G. Kok
1°.
J. F. Keisler en A. J. Kruuk
P. H. Hoos (eeue zaak welke
en
van Kok en Bredaal.
den Heer P. H. Hoos Jr.
zoo even genoemde gips-
de heeren W. Pauwels en Zoon
verlakte vilten hoedenleder en
Wij danken haar evenwel nu reeds de tabel, hierachter
onder lett. G voorkomende, waaraan wij refereren ten aan
zien der opgave van de voornaamste fabrieken en van haren
toestand, en overigens de mededeelingen, waaraan wij het
volgende ontleenen.
Ten opzigte van die tabelheeft de Kamer van koop
handel zich eenigzins moeten beklagen over de weinige
medewerkingwelke zij in de verzameling dier opgaven
ondervonden heeft, en zij geeft dit als de oorzaak op van
mindere naauwkeurigheid, niettegenstaande die in de mis
sive van den Minister van Binnenlandsche Zaken van den
16den February 1854, n". 134 (2de afd.), zoo bijzonder is
aanbevolen. Die missive is voor het overige te laat inge
komen om nog geheel aan haren inhoud te kunnen vol
doenhet daarin verlangde zal in het volgend jaar worden
nagekomen.
Als vervallen vermelden wij
2'.
4*.
de knoopen-fabriek van Lux, firma Van Maanen
de kunst-azijn makerij van
de pianofabriek van Schrimpf
de goudslagerij van Van der Heijden
terwijl nieuw opgerigt is
de pianofabriek van
de gipsbranderij van
hier nimmer bestaan had);
de kunstwijn- en bierfabriek
Concessie werd in 1853 aan
verleend, tot de uitoefening der
branderijterwijl aan
octrooi gegeven is voor
wasdoek.
Het aantal der stoomwerktuigen bij de fabrieken in ge
bruik, alsmede dat der arbeiders in elke fabriek gebezigd
wordendevindt men almede vermeld in staat lett. G.
Met betrekking tot nieuw ingevoerde werktuigen en ver
beteringen kunnen wij opmerken
3’.
2’.
1’.
3”.