79
G. L. H. HOOFT,
Burgemeester.
J. F. BURNIER,
Secretaris.
Hiermede is ons Verslag ten einde gebragten het
overzigt geleverd, hetwelk wij bij den aanvang in de plaats
onzer eigene beschouwingen wenschten te laten optreden.
Wij hebben getrachtU eene getrouwe afspiegeling te geven
van den toestand der Gemeente, en mogt die al eens be-
zorgdheid opgewekt hebben bij het donkere verschiet
waarin het jaar 1854 bij zijne intrede gehuld lag, de vele
zegeningen, op welke wij wijzen mogten, geven daarentegen
het meeste vertrouwen voor eene toekomstwelke zich im
mers nu reeds helderder voordoet.
Zoodanige zegeningen wenschen wij onze Gemeente in
ruime mate toe, en onze vereenigde krachten mogen door
een wijs bestuur aan haren bloei en haar geluk bevor
derlijk zijn.
Aldus uitgebragt in de Vergadering van den Gemeente
raad van den 18den April 1854.
de negotiatie van den Schouwburg, met den Isten Junij
1853. Deze was alzoo weder de eerste schuld, welke de
Gemeente aanging, en waarvoor zij zich tot een bedrag van
f 105,400 bezwaarde.