15 de gemeen meer zullen opleveren dan onder het vorig reglement en men heeft daarop bij de begrooting van 1855 reeds gelet. Wij mogen niet nalaten met een enkel woord alhier te vermelden hetgeen in den afgeloopen jaarkring heeft plaats gehad ten aanzien van ons belastingstelsel, dat punt van algemeen en overwegend belang. In de Vergadering van den Raad van den 6den Junij 1854, heeft Uwe Commissie voor de belastingeneen zeer omstandig rapport uitgebragt over den staat der Gemeente-belastingenwaarin zijin breede trekken, het tegenwoordig belastingstelsel heeft aan gewezen en toegelicht en het wenschelijke aangetoond om, alhoewel de bestaande belastingen door gedeeltelijke af schaffing en vermindering niet meer toereikende waren voor de behoeften der administratie, te behouden wat men had, met wijziging van hetgeen vermeerdering vereischt tot dekking van de vaste uitgaven der Gemeente. Dat rapport over deze gewigtige aangelegenheid heeft in den Raad stoffe opgeleverd tot belangrijke overwegingen waarbij wel verschil van gevoelen aan den dag werd gelegd over den toestand en het al of niet voldoende van het te genwoordig belastingstelselmaar toch genoegzaam algemeen de stemming blijkbaar was, dat de geheele toepassing van het bij de Gemeentewet voorgeschreven stelsel, voor onze Gemeente schadelijk zijn en nadeelig werken zoude. Het gevolg van deze overwegingen is dan ook geweest Uw besluit tot het indienen van een adres aan Z. M. den Koningwaarbij de Raad van ’s Gravenhage verzoektom eene wet aan de Staten-Generaal in te dienen, waarbij voor deze Gemeente dispensatie wordt verleepd van de toepassing der artt. 244, 246, 250 en 254 eerste zinsnede van Gemeentewet. Op dat adres, den 30sten September 1854 ingediend, hebben wij nog geene beschikking ontvangen en het is juist deze onzekerheid, die de toestand onzer geldmiddelen bezwaart, omdat wij inderdaad financieel in een tijdvak van overgang verkeerenwaaraan het belang der Gemeente voor schrijft, zoo spoedig mogelijk een einde te maken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 15