25
het
Buitenhof naar de Kleine Groenmarkt, welke de eerste stap
was door ons daarvoor gedaanin de overtuiging der wen-
schelijkheid van zoodanige doorsnede.
Wij hopen echter niet verpligt te zijn deze zaak hierbij
te laten berusten, maar moeten afwachten tot dat beter toe
stand van de geldmiddelen der Gemeente ons de handen
meer vrij zal laten, om te handelen zoo als noodig bevon
den zal worden, en mogten inmiddels goede denkbeelden of
plannen voor deze zaak ons voorkomen, wij zullen ze niet
laten voorbijgaan, maar pogen daarvan zoodanig gebruik te
maken als het welbegrepen belang der Gemeente zal vergun
nen en voorschrijven.
De aanleg eener nieuwe straat, tot vereeniging van den
Zwartenweg met de Nieuwehaven mogen wij alhier niet met
stilzwijgen voorbijgaan de daarvoor aangekochte grond is
voor zooveel die noodig was, gebruikt en het overige ge
deelte ten voordeele der Gemeente verkocht, waardoor de
kosten der straat eigenlijk niet veel meer bedragen hebben
dan voor de bestrating werd gevorderd. Wij mogen op de
zen aanleg wijzen als een blijk dat de verbetering der cir
culatie in de Gemeente niet uit het oog wordt verloren en
dat alleen de groote kosten, daarvoor op andere punten der
stad gevorderd wordende, tot nog toe hebben doen achter
wege blijven, wat men eenmaal hoopt te kunnen daarstellen.
De overneming in eigendom van het Brouwerstraatje en
van het grachtje Wijd en Zijd behooren tevens, om de ver
beteringen daar aangebragtalhier te worden vermeld.
Ten slotte herinneren wij aan de verfraaijing van
Buitenhof door het plaatsen aldaar van een standbeeld van
Koning Willem II. De onthulling van dit beeld, hetwelk
wij aan de goede gezindheid des volks en aan het kunsttalent
van den heer Geobge te Utrecht te danken hebben, had
plaats op den 28sten Maart 1854, waarna het beeld onder
de bewaking van het Gemeentebestuur werd gesteld en als
zoodanig aan ons overgedragen.
Dit blijvend gedenkteeken aan den Vorst, wien de resi
dentie zooveel te danken heeft, versiert eigenaardig de plaats