2f> Zijner geboorte, de zetel Zijner koninklijke regering, en wij stellen er prijs op, den ijver en de zorgen te erkennen van de Hoofd-commissie tot het oprigten van dit standbeeld, die hare uitnoodigingdaartoe in 1849 kort na den dood des Konings gedaanalsnu op deze wijze mogt beantwoord zien alsmede van de Snb-commissiëndie haar in hare moeijelijke taak zoo krachtig hebben ter zijde gestaan. Over dit onderwerp kunnen wij in ons verslag zeer kort zijn. De als bijlage B hierachter gevoegde legger der wegen en voetpaden behoorende tot de Gemeente 's Gravenhagezoo als die is opgemaakt ingevolge het bestaande reglement op de wegen en voetpaden in de Provincie Zuid-Hollandwijst ten duidelijkste aan al de wegen tot deze behoorende verdeeld in de twee klassenwelke het voorschrift des ver- slags aangeeft, buurtwegen en openbare rij- of landwegen en voetpaden, met opgave van de daarin gelegen kunstwerken. Het zal onnoodig zijn hierbij te verklarendat voor de in standhouding dier wegen en kunstwerken de noodige zorg wordt gedragen en dat wij in goede bestekken voor het onder houd van het een en ander den waarborg vinden voor deugd zaamheid van werk en verbetering van bestaande gebreken. Wat wij in het algemeen omtrent aannemingen in dit Hoofdstuk hebben vooruitgezet, mogen wij in allen deele in het bijzonder op het onderhoud der wegen toepassen. De aanneming daarvan gaf ons tot heden toe reden tot tevre denheid en zal op den duur naar onze meening in het voor deel der Gemeente blijken te zijn. Gedurende dit jaar zijn geene nieuwe wegen aangelegd en werden ook geene belangrijke, vermeldingswaardige verbete ringen aan de bestaande wegen aangebragt of gevorderd. Even als in vorige jaren zouden wij deze twee onderwer pen van dit Hoofdstuk met stilzwijgen kunnen voorbijgaan e. ■j (1. GEMEENTE-, POLDER- OF BUURTWEGEN EN VOETPADEN. BIVIEKEN, KANALEN EN VAARTEN. f. HAVENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 26