21
ware het niet, dat wij daarmede in verband behoefte hadden
op twee punten de opmerkzaamheid te vestigen.
Het eerste geldt de verbeteringen aan de bruggen in de
Gemeente, in den loop van 1854 aangebragt.
Het onderhoud daarvan is in dat jaar voor het eerst aan
besteed en ook deze aanneming heeft volkomen aan onze
verwachting beantwoord, niet omdat het minder uitgaven
heeft gevorderd, maar omdat wij hebben kunnen zien, dat
dit onderhoud met zorg heeft plaats gehad, dat verscheidene
kleine vernieuwingen zijn geschied en dat de staat der brug
gen in één woord belangrijk verbeterd is. Bovendien zijn
wij gelukkig genoeg geweest, eindelijk tot stand te brengen
de reeds zoo lang voorgenomen verlegging van de brug bij
de Kanongieterij en wij gelooven op dat werk inderdaad te
mogen wijzen als op eene in het oog loopende verbetering
en verfraaijing voor dat druk bezochte gedeelte der Gemeente.
Overigens hebben wij geacht aan eene algemeen gevoelde
behoefte te voldoen door de verlaging van de brug over de
Veerkade tusschen de 2de en 3de Wagenstraten, waardoor
het gezigt door die schoone straten ruimer is geworden en
het bezwaar is weggenomen, dat gelegen was in de moeijelijke
oprij van deze brug. Wij gelooven ook hierdoor met weinig
kosten eene nuttige verfraaijing te hebben daargesteld, die
alleen mogelijk was, omdat het bevaren van dat gedeelte der
gracht van de Veerkade inderdaad niet noodzakelijk is en
zeer geschikt kon worden belet.
Het tweede punt geldt de voortzetting van het kanaal,
op de wijze zoo als wij reeds in het vorig verslag hebben
vermeld. Welke wending ook de zaak van de uitlozing in
zee te Sckeveningen moge nemen, overbodig kan het nooit
worden genoemd een kanaal te bezittendat de gemeenschap
te water zal daarstellen met eene wijk der Gemeente, waar-
henen zich elke vreemdeling begeeft, waarvan het bezoe
ken ook voor onze ingezetenen meer en meer gewoonte
wordt en die bovendien al hare behoeften uit 's Gravenhage
moet doen aan voeren. Het is deze overtuiging, die ons leidt
tot het steeds doorgaan met het doen graven van het ka-