28 Jledisclie l’olicie. het heerschen der Cholera Asia- meer te meer als alhier L naai, overwegende dat daarmede voor de Gemeente weinig geld verloren gaat, terwijl het voor haar, mogt het plan van uitwatering eenmaal tot verwezenlijking komen, voorze ker als eene groote winste te beschouwen zoude zijn, wan neer de waterweg reeds gebaand was en dus een der finan ciële bezwaren reeds weggenomen zoude zijn. Het kanaal, hetwelk bestond tot aan de Zwemschool, is in 1854 verlengd met 115 ellen op eene breedte van 18 ellen. De algemeene gezondheidstoestand schijnt, volgens de verklaring der plaatselijke geneeskundige Commissie, niet ongunstig te zijn geweest. Zij laat daarop evenwel dadelijk volgen de mededeeling van tica en der kinderziekte. De eerstgenoemde ziekte, van lieverlede niet beschouwen als eene buitengewone epidemie, maar eene jaarlijks terugkeerende ziekte, welke als het ware zich gevestigd heeft, heerschte gedurende den afgeloopen jaarkring slechts in zeer geringe mate. Van de verschillende geneesheeren in de Gemeente hebben wij dienaangaande op gaven ontvangenwelke tot het navolgende resultaat leiden Door de cholera werden aangetast 37, van welke zijn overleden 23, hersteld 14. Nu moge het getal der door de cholera aangetasten in verhouding tot het cijfer der ingezetenen onbeduidend zijn, de ziekte zelve blijft altijd eene vreesselijke verschijning, die buitengewone maatregelen vordert en onze belangstelling, in het lot der ongelukkigen blijft eischen; daartoe voelen wij ons nog te meer gedrongen, als wij in het rapport der Ge- meente-geneesheeren over deze aangelegenheid vermeld vinden De cholera epidemie is gelukkig in 1854 niet zeer he li O O F D S T U K VIL

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 28