54 - 1,005.011 60.234 459.494 252.294 590.36 34.154 gevoerd, zoodat die allen zijn overgenomen bij de bepaling van het maximum voor de bedeeling der algemeene of ge- gemeentelijke armeningevolge art. 25 der wet van den 28sten Junij 1854 {Staatsblad n“. 100), op den 27sten December 1854 door U vastgesteld. Het bepaalde omtrent de armen van Schoeningen heeft in 1854 nog niet kunnen worden ten uitvoer gelegd, doch werd zóóver voorbereid, dat de verlangde en zoo zeer gewenschte splitsing tusschen de Heilige Geest- en de Diaconie-armen aldaar met den Isten January 1855 kon plaats hebben en het daarmede in verband staande geheel geregeld was. Van onze eigene armen rigten wij, de orde van het vorig Verslag volgende, onzen blik op de gesubsidieerde Armbe sturen. Het verslag over die armen-administratiënna de opneming harer rekeningen over 1853 door eene Commissie uit Uw midden uitgebragt, kan ons ook hier weder tot leiddraad strekkendaar het aangeeft dat de rekeningen sluiten als volgt Die van de Nederduitsch Hervormde Diaconie-armen met een batig slot vanf 1,791.031 Die van het Koomsch-Catholiek Armbestuur met een nadeelig slot van Die van het Roomsch-Catholiek Armbestuur te Schoeningen met een nadeelig slot van Die van de Evangelisch Luthersche Diaconie- armen met een nadeelig slot van Die van de Nederduitsch Israëlitische armen met een nadeelig slot van Die van het oude mannen-, vrouwen- en wees huis der Nederduitsch Israëlitische gemeente daar- entegen met een batig slot van Eu eindelijk die van de Nederduitsch Portu- geesch-Israëlitische armen met een batig slot van - Op de rekeningen van vele belangrijke armenbesturen heb ben alzoo te korten plaats gehaden daaruit kan bf tot mindere inkomsten bf wel tot meerdere behoefte besloten worden; van mindere inkomsten blijkt evenwel in de reke-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 54