36 zoo om onderwerp terug den toestand der over die armoede, minder beklaagd voornamelijk, omdat hierdoor een voorbeeld is gesteld voor alle andere diaconiën en armen-administratiënhoe zij den weg te bewandelen hebben, dien de nieuwe armenwet afge bakend heeft daarom hopen wij, dat de Nederduitsche Her vormde Gemeente alsnu door meerdere weldadigheid de meer der ongedekte behoeften harer armen zal aanvullen en alzoo het bewijs leveren van goedkeuring van den maatregel, die hare diaconie tot eene zelfstandige en vrije administratie maakt. In den geest der armenwet heeft de raad besloten, de subsidiën van de overige armbesturen met 4 pet. te korten, terwijl verder eene commissie is benoemdom met die arm- om voortaan geregeld die besturen de middelen te beramen subsidiën te kunnen verminderen. Wij herinneren aan deze omstandigheden als aan vele bewijzen voor de zucht van ons Gemeentebestuur, in het beginsel der armenwet te handelen. Na deze uitweiding keeren wij tot ons om nog ten slotte der beschouwing over armoede, met een enkel woord te spreken welke minder gekendminder geholpen en wordtomdat zij tot geene openbare administratie behoort en het is juist bij deze, dat welligt in het afgeioopen jaar het meest geleden is, het meest achteruitgang in den be paalden zin des woords heeft plaats gehad. Het zoude ons moeijelijk vallen, daarvan bijzonderheden of statistiek op te gevenmaar ieder kent ze in zijne eigene ondervinding en weet daaruit datwaar reeds twee of drie jaren achtereen duurte en koude hebben zamen gespannen, om bezwaren en moeijelijkheden voor den schamelen man op een te hoopende toestand van de zoodanigenals wij hier op het oog hebben, bijna onhoudbaar wordt. De vergelijking van den toestand der armoede met vorige jaren kan, na al het gezegde, wil men haar niet ongunstig noemen althans geenszins tot eenen gunstigen uitslag leiden en wij zeggen dit niet, omdat wij nog eenige bezwaren in dien toestand zien maar alleen aangezien wij waarheid willen en die ook in dit geval moeijelijk te loochenen zoude zijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 56