67 naar aanleiding van al de daarop gevallen veranderingen, gewijzigd is, door den Gemeenteraad aangenomen en inge voerd zal kunnen worden. Bij het vorig Verslag vestigden wij Uwe aandacht op de toenemende prostitutie in onze Gemeente en op de onmo gelijkheid voor de Politie, om met het bestaande reglement, in verband met art. 334, Code Pénal, daartegen te waken. Op nieuw komen wij op dat onderwerp terug, omdat in het rapport van het Hoofd der Gemeente-Politie deze zaak zeer omstandig wordt uiteengezet en dringend de noodzakelijkheid betoogd van een reglement, dat voor dat onderwerp in de behoeften van den tijd voorziet, en ook wij herhalen onze meening, reeds in het vorig verslag geuit, dat uit het oog punt van toenemende zedeloosheid, evenzeer als tot bescher ming der gezondheid van de ingezetenen, paal en perk moet worden gesteld aan misbruiken, die alleen als het gevolg der omstandigheden moeten worden beschouwd en beoordeeld. In het personeel der politie is alleen deze verandering ge komen, dat in plaats van den tot Commissaris van Politie te Alkmaar benoemden Inspecteur B. J. van Bremen, aan gesteld is tot Inspecteur alhier de heer Augustinus Pran- ?ois van Kempen. De veranderingen in het personeel der veldwachters, die naren van politie en mindere beambten zijn van geen genoeg zaam belang, om alhier te worden opgenomen. De dienst der dienaren van politie, veldwachters, klap- en stille wakers is in allen deele voldoende geweest voor de handhaving der openbare orde en veiligheid der ingezetenen. Aan het aangenomen beginsel, het voorkomen van misdrij ven, wordt zoo veel mogelijk de hand gehouden, zoodat dan ook het aantal diefstallen in het afgeloopen jaar ter kennisse van de politie gebragt een lager cijfer bedraagt dan in 1853. Over de diensten der hoogere ambtenaren van Politie heb ben wij ons zeer te beroemen; allen hebben zich uitmuntend van hunnen pligt gekweten en wij danken daaraan vooral het feit der afneming van misdrijven, de rust en de veiligheid onzer Gemeente. lö

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 65