75 slechts nog ontginning In de duinen, behoorende tot deze Gemeente en ten oos ten en ten westen van den Scheveningschen weg gelegen, worden geene onbeteelde vlakke duingronden en maar eenige kleine gedeelten ruwe gronden voor geschikt gevonden. De afzanderij achter Zorgvliet gaat zeer langzaam voort, sedert door het graven van de vaart naar Schevenlngen, door werklieden uit den behoeftigen stand en het helpen der schip pers aan het inladen van zand, aldaar eene afzanderij is daar- gesteld, die voor de belanghebbenden verkieslijk is; die aan het Zwitsersche gebouw staat voor het oogenblik stil. Duinbeplantingen hebben niet plaats gehad; de vroeger beteelbaar gemaakte gronden zijn op nieuw voor goede prij zen verpacht. In de bosschen langs den Scheveningschen weg zijn eenige vakken hakhout geveld en daarna ingeplant, en naar de land zijde worden de bosschen door aanplanting vergroot; doch baldadigheid en hebzucht brengen veel schade aan het plant soen en de oude bosschen aan en maken het aankweeken langs de wegen en de uitbreiding der bosschen moeijelijk. Tegen de zandverstuivingen wordt zoo veel mogelijk ge waakt; aan de kerkwerf te Scheveningen, in het zoogenaamde schuitengat, en langs de timmerloods van de Jager aan de Wassenaarsche straat, stuift het zand altijd bijeen, doch wordt het geregeld weggeruimd; van de zeeweringen tot aan de beteelde binnenwaarts gelegen gronden worden nog eenige zandverstuivingen achter de hoogten waargenomen, die zoo veel doenlijk des winters door de arbeiders uit den behoef tigen stand met zand aangevuld en met helm beplant worden. De zorg voor de zandverstuivingen van de zee weringen zelve is aan de waakzaamheid van het Hoogheem raadschap van Delfland toevertrouwd. Ontginning van afgeveende of dalgronden heeft in onze Gemeente, bij het niet aanwezig zijn van dergelijke gronden, geen plaats. Omtrent den veestapel kan menboven en behalve het in het 6de Hoofdstuk betrekkelijk de longziekte onder het vee

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 73