78 verschil in minus oplevert van f 45,035.72 Het moet in het oog vallen, dat dering van den toestand vaart de opbrengst Aan versche visch werd overigens te Sche- veningen in den afgeloopen jaarkring besomd. 203,316.20 en in 1853 - 248,351.92 hetwelk een de Kamer van Koophandel en Fabrie ken waaruit wij de bouwstoffen voor het volgend Hoofd stuk verzameld hebben lezen wij Voor den Schevening- schen vischhandel ware een vrijgevig tarief op den invoer in België buitengemeen wenschelijken wij gunnen die wensch zeer gaarne eene plaats in ons Verslag, omdat ook wij overtuigd zijn, dat het belang van Scheveningen hierdoor zoude gebaat worden al mogt ook de consumtie van visch in onze Gemeente daaronder schade lijdenen omdat wij gaarne op elke wijze en door alle handelingen, die binnen ons bereik liggende welvaart van Scheveningen en den bloei van de middelen van bestaan aldaar trachten te be vorderen. eene dergelijke vermin- opbrengst een’ verbazenden invloed uitoefent op van Scheveningenwaar de grondslag van wel- van den visch is; eene zaak, waarmede alle andere bronnen van bestaan aldaar in verband zijn. Vraagt menwaaraan dit bij vergelijking ongunstige resul taat toe te schrijven isdan wijzen wij al dadelijk op de in het vorig verslag gegeven vergelijking met het jaar 1852 waaruit men zien zal, dat toen eene vermeerdering van op brengst bestond van ruim eene tonne gouds en alzoo het jaar 1853 als een der gunstigste tijdperken voor de vis- scherij te beschouwen is. Dit in aanmerking nemende, be hoeft dus eene vermindering van ongeveer f 74,000al moge zij ons leed doen, tot geene ongerustheid te leiden en ons te brengen tot het zoeken naar oorzaken die altijd moeije lijk aan te wijzen zouden zijn en dan nog voorzeker door den een toegestemd en door den ander tegengesproken zouden worden. In het rapport van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 76