84 Dit onderwerp komt Lid voor onze Gemeente niet in aanmerking. 1854 werden geslagt 4,790 runderen. 3,989 kalveren. 3,552 schapen. Als vaartuigen, binnen deze Gemeente te huis behoorende en die niet tot de openbare middelen van vervoer worden gebezigd, zijn bij ons bekend In den loop van Aan geslagt vleesch werd gedurende dit jaar ingevoerd 2,060 kwart runderen 318 halve kalveren, 105,098 ponden vleesch, en 39,086 n gerookt vleesch. De vergelijking van deze hoeveelheden met die in het vo rig jaar is voor den verbruik van vleesch ongunstig te achten, aangezien het meerdere aan ingevoerd vee niet opweegt tegen den minderen invoer van geslagt vleesch voor de markt. Het gebruik der vleeschhal geraakt meer en meer in on gewoonte en van jaar tot jaar neemt de opbrengst der be lasting op het verhuren van plaatsen daarin af; van daar Uw besluit in dit jaar voorbereid en in 1855 genomen tot op heffing der hal, een besluit dat evenwel eerst zal ingaan met den Isten January 1856. Bijzonderheden omtrent den toestand van den groot- en kleinhandel in deze Gemeente hebben wij niet te vermelden de eerste is en blijft van weinig belang, de tweede daaren tegen neemt toe naar mate het getal der ingezetenen aanwast en levert geene bijzondere moeijelijkheden op. De algemeene duurte heeft ook de artikelen van den kleinhandel in prijs doen rijzen de bezwaren hiervan worden voor vele ingezete nen zeer drukkende en zij doen de winkelnering althans niet bloeijen. H H H H h n h h C. BINNEN I. ANDSCHE SCHEEPVAART. b. BÜITE NT. ANDSCHE HANDEL.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1854 | | pagina 82